Contracten maken hoort erbij als ondernemer: hoewel het niet nodig is om een overeenkomst op papier te zetten (ook een mondelinge overeenkomst is bijvoorbeeld rechtsgeldig), is dat bij belangrijkere overeenkomsten wel vaak verstandig om te doen. Vaak staan standaardclausules in dergelijke contracten. In dit artikel beschrijven we of het zinvol is om standaardclausules te gebruiken en welk soort standaardclausules (niet) gebruikt moeten worden.
Een standaardclausule is een bepaling die in meerdere contracten (vrijwel) ongewijzigd kan worden opgenomen. Het zijn clausules die randzaken regelen. Vaak zijn het bepalingen waar niet eens meer over wordt nagedacht, maar die al in het sjabloon staan dat als basis voor het contract wordt gebruikt. Dergelijke bepalingen worden ook vaak ‘boilerplates’ genoemd.
Er is geen eenduidige onderverdeling te maken voor dergelijke standaardclausules. Een aantal clausules die vaak terugkomen gaan over:
Bovenstaande lijst is verre van volledig, maar geeft wel een idee van het soort standaardclausules dat ondernemers (en juristen) vaak zonder nadenken in contracten opnemen. Soms leidt dat tot ongewenste gevolgen, maar zelfs als dat niet zo is, worden contracten vaak onnodig lang – en zorgt het opnemen van deze clausules voor onnodig veel kosten (in geld én tijd) en onnodig wantrouwen tussen partijen.
Standaardclausules (‘boilerplates’) hebben vaak een nuttige functie in een contract. Dat geldt zeker indien je contractspartij in een Angelsaksisch land zoals het Verenigd Koninkrijk of de VS is gevestigd. Daar bestaan veel minder regels met betrekking tot het aanvullen en beperken van contractuele bepalingen (zoals de Nederlandse regels die zeggen dat partijen zich naar redelijkheid en billijkheid tegenover elkaar moeten gedragen), waardoor partijen dat vaak zelf moeten regelen.
Als ondernemer zul je echter voornamelijk contracten sluiten waarop Nederlands recht van toepassing is (of wordt verklaard). Ook daarin worden vaak standaardclausules opgenomen. Vaak zijn dit uit het Verenigd Koninkrijk of uit de VS overgewaaide bepalingen, die zonder meer zijn vertaald naar het Nederlands. Hierna bekijken we het nut van de standaardclausules uit de eerdergenoemde reeks.
Een standaardclausule die gaat over de uitleg van de verplichtingen die partijen hebben wordt vaak opgenomen in de vorm van een ‘entire agreement’ clausule. Daarmee wordt dan vaak bedoeld dat de onderhandelingsgeschiedenis en voorgaande contracten tussen partijen niet meetellen voor de uitleg van het contract.
In de praktijk is deze bepaling niet zo sterk als hij op het eerste oog lijkt. Een contract wordt in beginsel uitgelegd naar wat partijen over en weer van elkaar mochten verwachten en wat ze over en weer hebben bedoeld. Zie daarvoor ook het artikel over uitleg van een overeenkomst. Ook deze clausule op zichzelf moet worden uitgelegd naar wat partijen ermee hebben bedoeld – en dus of een andere betekenis dan enkel de taalkundige betekenis daaraan worden gegeven. Als dat zo is, dan werkt dat weer door naar de uitleg van de rest van de overeenkomst.
Bovendien stelt de Hoge Raad hierover: “[d]e clausule staat evenwel niet zonder meer eraan in de weg dat voor de uitleg van de in de overeenkomst vervatte bepalingen betekenis wordt toegekend aan verklaringen die zijn afgelegd dan wel gedragingen die zijn verricht, in het stadium voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst.” Kortom: een dergelijke bepaling zal vaak niet de (volledige) uitwerking hebben die gewenst is.
Deze standaardclausule kan bovendien contraproductief werken als je niet precies weet wat er voorheen precies is afgesproken met de betreffende klant (bijvoorbeeld omdat iemand anders in je organisatie dat heeft gedaan). Zeker bij grotere organisaties kan dat een probleem vormen. Terughoudendheid is dus gepast.
Dat wil niet zeggen dat het opnemen van dit soort clausules geheel onzinnig is, maar het nut ervan is minder groot dan je zou denken. Overigens blijft het opnemen van een considerans om de overeenkomst te helpen uitleggen wél van belang.
Vaak is het van belang om zaken die zijn afgesproken geheim te houden. Ook geheimhouding van tijdens de zakelijke relatie uit te wisselen informatie is vaak noodzakelijk. Daarvoor wordt een geheimhoudingsbeding opgenomen. Indien je wil dat bepaalde informatie geheim blijft, neem je een dergelijk beding op. Eventueel kan dat in combinatie met een boetebeding (als wordt dat in de praktijk vaak niet gedaan).
Neem je geen geheimhoudingbeding op en maakt je wederpartij toch bedrijfsgevoelige informatie publiek, dan zal het -hoewel niet onmogelijk- veel lastiger zijn om daar iets tegen te doen.
Een standaardclausule over overmacht in de overeenkomst opnemen om je op overmacht te kunnen beroepen is niet nodig. Indien je tekortschiet in de nakoming van je verplichtingen en een wederpartij je daarvoor aansprakelijk stelt, kun je je volgens de wet op overmacht beroepen als daar sprake van is. Daarvoor is geen bepaling in het contract vereist.
Wel kan een standaardclausule juist ertoe leiden dat je bevoegdheid om je op overmacht te beroepen wordt uitgebreid (of de bevoegdheid van de wederpartij daartoe wordt ingeperkt). Ook kun je je volgens de wet in beginsel niet op overmacht beroepen indien je wederpartij de overeenkomst wil ontbinden als jij tekortschiet. Wat dat betreft kan een dergelijke clausule waarin wordt afgeweken wél zinvol zijn.
Vaak is opgenomen in contracten dat wijzigingen achteraf altijd schriftelijk dienen plaats te vinden. De waarde van die standaardbepaling is niet groot. De wet zegt namelijk dat rechtshandelingen (waaronder ook het wijzigen van een overeenkomst) in beginsel vormvrij (dus ook mondeling en stilzwijgend) kunnen plaatsvinden. Een afwijking daarvan met een standaardclausule is mogelijk, maar de standaardclausule zelf kan wel weer vormvrij opzij worden gezet. Dat opent dan de weg naar het vormvrij wijzigen van de rest van het contract.
In een contract wordt vaak als standaardclausule opgenomen dat een afspraak die ongeldig is de geldigheid van de rest van de overeenkomst niet aantast. Dit is echter ook reeds in de wet geregeld. De wet heeft daarnaast een meer gebalanceerde uitzondering die erop neerkomt dat de rest van de overeenkomst toch ongeldig is als de ongeldige afspraak in onverbrekelijk verband met de rest stond. Over het algemeen zullen er weinig redenen zijn om af te wijken van die zeer gebalanceerde formule.
Ook bepalingen over het vervangen van ongeldige bepalingen door geldige bepalingen zijn niet per se noodzakelijk. Ook daarvoor heeft de wet een standaardregeling (wel met een aantal ‘mitsen en maren’). Vaak wordt in de standaardclausule dan opgenomen dat partijen moeten onderhandelen over een nieuwe clausule, maar wat als men dan niet tot een oplossing komt? De vraag is of een dergelijke standaardclausule dan wel goed uitpakt.
Een standaardclausule over rechtskeuze wordt in een contract opgenomen om er zeker van te zijn dat een bepaald rechtsstelsel (vaak dat van eigen land) van toepassing is. Dat is van belang voor situaties waarin bijvoorbeeld een van beide partijen in het buitenland woont of is gevestigd. De Europese regels komen er in dat geval op neer dat het recht dat partijen kiezen in beginsel van toepassing is. Ook wanneer er met partijen buiten Europa wordt gecontracteerd is dat vaak het geval.
Een standaardclausule over de rechtskeuze zou je dus in elk contract moeten opnemen. Doe je dat niet, dan kan het zo zijn dat de afspraken plotseling naar buitenlands recht worden beoordeeld. Dat kan allerhande onverwachte consequenties hebben – en het voorkomen daarvan is nu juist waarom je een contract opstelt.
De forumkeuze is de keuze van de rechter die bij geschillen bevoegd is. Ook dit is een standaardclausule in de meeste overeenkomsten. Hij wordt opgenomen om er zeker van te zijn dat de rechter van je keuze een dergelijk geschil zal uitleggen. Het is belangrijk om deze keuze in het contract al te maken. Ook hier geldt dat Europese regels in beginsel ervan uitgaan dat je zelf mag kiezen (en dat ook vaak bij partijen buiten Europa geldt).
Ook de standaardclausule over de forumkeuze neem je het best standaard op. Doe je dat niet, dan kan het gevolg zijn dat een buitenlandse rechter recht spreekt over het geschil – en dat de Nederlandse rechter zich niet bevoegd verklaart als je daar het geschil probeert voor te leggen.
Let daarbij op: het feit dat je al een rechtskeuzebeding hebt opgenomen (zie hiervoor) heeft hier geen/nauwelijks invloed op. Het kan dan zelfs voorkomen dat een buitenlandse rechter naar Nederlands recht recht moet spreken (of andersom). Dat is bijzonder onhandig en dat kun je voorkomen door een forumkeuze in het contract op te nemen.
Het gebruik van standaardclausules/boilerplates kan nuttig zijn in een aantal gevallen, maar altijd dient goed nagedacht te worden over de vraag of het opnemen ervan wel zinvol is. Soms is het overbodig om het wiel opnieuw uit te vinden omdat de wet al een goede regeling bevat voor de betreffende situatie. Soms zijn er situaties te bedenken waarin afwijken juist tot ongewenste gevolgen leidt. Blijf dus kritisch op dergelijke bepalingen.
Twijfel je en gaat het om een contract met aanzienlijke belangen en/of waarbij je verwacht dat er later wel eens problemen zouden kunnen ontstaan? Dan is het verstandig om een jurist die kennis van het contractenrecht heeft te raadplegen. Een goede jurist kan je dan niet alleen voorlichten over deze standaardclausules (en over hoe ze moeten worden verwoord als ze zinvol zijn), maar ook bijvoorbeeld over andere manieren om risico’s contractueel te beperken.