Een ondernemer wil over het algemeen zo efficiënt mogelijk werken, want dat levert een beter (financieel) resultaat op. Overbodige handelingen dien je dus het best achterwege te laten. Sommige ondernemers kiezen ervoor om geen (of heel weinig) contracten op te stellen met leveranciers, financiers of klanten.
In dit artikel bekijken we of dat verstandig is. We bekijken wanneer een contract moet worden opgesteld (en wanneer een contract verplicht is), maar ook wanneer het wellicht achterwege kan blijven. Tevens bekijken we welke risico’s dit met zich meebrengt.
De wet brengt met zich mee dat overeenkomsten (kort door de bocht: afspraken tussen partijen die rechten en plichten met zich meebrengen) vormvrij kunnen worden aangegaan. Dat houdt in dat ze in elke vorm kunnen worden aangegaan. Voorbeelden van vormen waarin een overeenkomst kan worden aangegaan:
Het feit dat een contract (lees: op schrift gestelde overeenkomst) niet noodzakelijk is, is de hoofdregel. Houd in de gaten dat de wet in bepaalde specifieke situaties wél vereist dat afspraken op schrift wordt gesteld. Denk bijvoorbeeld aan de beëindigingsovereenkomst waarmee werkgever en werknemer de uitdiensttreding van de werknemer regelen.
Het is dus over het algemeen niet noodzakelijk om een contract op te stellen. Toch is het vaak verstandig om dit wel te doen, onder meer om de volgende redenen:
Kortom: het opstellen van een contract heeft duidelijke voordelen. Van belang is wel, dat enkel het goed opstellen van een contract die voordelen heeft. Een contract waaraan onvoldoende aandacht is geschonken zal veel minder bijdragen aan het voorkomen van conflicten of het bewijzen van gemaakte afspraken. Sterker nog: in dat geval kan een dergelijk contract juist bijdragen aan onduidelijkheid en aan het ontstaan en het uit de hand lopen van een conflict.
Het opstellen van een contract kan dus een duidelijke meerwaarde hebben. Echter: het is niet noodzakelijk om voor elke overeenkomst een contract op te stellen. Immers: (vrijwel) elke transactie -hoe klein ook- is een overeenkomst. Voor elke overeenkomst ook een (schriftelijk) contract opstellen is overdreven. Dat doe je immers ook niet als je bij de bakker een brood koopt (ook een overeenkomst).
In zijn algemeenheid is het verstandig om een contract op te stellen als er sprake is van grote(re) belangen (grotere risico’s daaronder verstaan) of een minder betrouwbare wederpartij. Immers: juist dan is het van belang om alles goed op papier te hebben staan. Ook wanneer de functie als ‘geheugensteuntje’ noodzakelijk is, is het verstandig om zaken op papier te zetten.
Daarnaast kan een uitsplitsing gemaakt worden naar het soort overeenkomst:
Een contract opstellen is vaak niet verplicht: overeenkomsten kunnen veelal vormvrij worden aangegaan. Toch is het in veel gevallen verstandig om een contract op te stellen. De extra moeite die het kost betaalt zich uit bij (het voorkomen van) conflicten.
Het is verstandig om bij belangrijke contracten (waaronder contracten met belangrijke risico’s) of minder betrouwbare partijen met overleg te plegen met een jurist. Voor het opstellen van een écht goed contract is de hulp van een deskundige vrijwel onmisbaar.