Af en toe komen er écht juridisch interessante vragen langs. Zo had een kennis van mij een klassieke auto gekocht, een prachtige Ferrari uit eind jaren ’60, een rode 365 gt 2+2. Vergeleken met de Ferrari’s uit begin jaren ’60, had hij een ‘goedkoop’ model uitgekozen én aangezien het een 2+2 was, een praktische auto om ook de kinderen in te vervoeren of een leuk IKEA-dressoir te halen.
Hoe dan ook, hij wilde exact dat model én exact die uitvoering en kleur. Na de koopovereenkomst te hebben getekend was hij tevreden naar huis gegaan. Hij zou nog eerst op vakantie gaan en daarna zou hij de auto ophalen, dat kwam hem beter uit. Betaling zou (gedeeltelijk) vooraf per bank gebeuren. De rest op het moment van aflevering.
Nog voor zijn vakantie, maakt mijn kennis het geld over. Op vakantie droomt hij bij het zwembad van zijn nieuwe oude Ferrari en als hij terug komt, belt hij gelijk met de verkoper. Wanneer kan de auto opgehaald worden? So far, so good.
Helaas bleek op dat moment dat de verkoper de bolide reeds aan iemand anders had verkocht tegen een betere prijs. Hij hád de auto niet eens meer, want die ander had de auto direct betaald én direct meegenomen. Het aanbetaalde geld van mijn kennis zou hij terugstorten (en dat deed hij ook daadwerkelijk).
Mijn kennis was uiteraard furieus. Hij had de auto immers gekocht én hij had hem zelfs al aanbetaald! Hij vertelde me dat de auto de prijs meer dan waard was, zeker omdat dit zijn droomauto was. Hij wilde niet zijn aanbetaling terug. Hij wilde gewoon zijn auto hebben en vroeg zich af of hij de auto van de verkoper of van de andere koper moest opeisen.
Een dergelijk juridisch probleem is vervelend, maar duidt voor de lezer van deze blog wel duidelijk een verschil aan. Het verschil tussen het verbintenissenrecht en het goederenrecht. Voordat we naar de afloop van de Ferrarizaak gaan, is het verschil tussen het verbintenissenrecht en het goederenrecht van belang.
Het verbintenissenrecht gaat over (onder meer) overeenkomsten die gemaakt worden en de verplichtingen die daar over en weer uit ontstaan. Sluit u een koopovereenkomst, dan levert dat verplichtingen op. In het geval van een overeenkomst voor de koop van een Ferrari, zijn er twee verbintenissen (verplichtingen) ontstaan:
Wordt de koopprijs niet betaald of de Ferrari niet geleverd, dan kan er sprake zijn van wanprestatie. Wanprestatie leidt uiteindelijk tot een aantal opties, waaronder:
Het goederenrecht gaat onder meer over de vraag wie eigenaar van een goed (de Ferrari in dit geval) is en over hoe iemand anders eigenaar kan worden. Teneinde eigendom (van een roerende zaak) over te dragen moet er sprake zijn van drie dingen:
Vaak valt de levering samen met het sluiten van de koopovereenkomst. Denk bijvoorbeeld aan het moment dat je bij de Albert Heijn iets afrekent: het product wordt ook meteen geleverd. Aangezien de Albert Heijn ook bevoegd is om het te verkopen (ze zijn zelf eigenaar op dat moment) én de titel aanwezig is (weer koopovereenkomst, stilzwijgend), is er voldaan aan alledrie de vereisten en wordt eigendom van het product overgedragen.
Het komt echter ook voor dat de levering (en dus de eigendomsoverdracht) niet samenvalt met het sluiten van de koopovereenkomst. Denk aan de webwinkel, waar de overeenkomst vandaag wordt gesloten, maar het product pas over een week wordt geleverd. Denk ook aan de Ferrari, die pas later wordt geleverd.
Tot op het moment van eigendomsoverdracht, bestaan er dus enkel verplichtingen van beide kanten. De Ferrari is dan nog steeds eigendom van de verkoper, want hoewel er wél een overeenkomst tot stand is gekomen, is de Ferrari nog niet geleverd en heeft er dus nog geen eigendomsoverdracht plaatsgevonden.
Bij de andere partij, had echter wél reeds eigendomsoverdracht plaatsgevonden. Er was een titel, de verkoper was nog steeds eigenaar en dus beschikkingsbevoegd én er had levering plaatsgevonden. Er was voldaan aan alle voorwaarden, de eigendom was overgedragen.
Mijn kennis had enkel verbintenisrechtelijk een poot om op te staan, goederenrechtelijk helemaal niet. Nakoming eisen is één van de mogelijkheden in het verbintenissenrecht, echter, nakoming is onmogelijk en is daarom ook geen optie meer. Had de verkoper de auto niet aan een ander verkocht en in eigendom overgedragen, dan was nakoming vorderen wel mogelijk geweest. Ook indien de auto wel verkocht was, maar ook bij de andere verkoper nog geen eigendomsoverdracht had plaatsgevonden zou mijn kennis voorrang hebben gehad. Helaas was dat alles niet het geval.
De enige opties die hij nog had waren ontbinding en schadevergoeding. Uiteindelijk hebben we een schikking getroffen. Mijn kennis had zijn aanbetaling reeds terug en kreeg door de schikking weliswaar geen auto, maar wel een goede financiële pleister op de wonde.
Hoe had die pleister voorkomen kunnen worden?
Mijn kennis had kunnen beslissen om de auto te laten leveren via een levering constituto possessorio (levering c.p.), waarmee de auto wél in eigendom was overgedragen, maar tegelijkertijd wel nog bij de verkoper had kunnen blijven staan. Had de verkoper de auto dan toch verkocht aan een ander, dan zou hij niet beschikkingsbevoegd zijn geweest (hij was immers geen eigenaar meer) en zou de levering niet hebben geleid tot eigendomsoverdracht indien de tweede koper wist dat de auto reeds was verkocht én in eigendom was overgedragen. Echter, aangezien de onwetende tweede koper ook door de wet beschermd wordt, kan dat enkel bij een koper die niet te goeder trouw was.
Natuurlijk was het gewoon het best geweest om de sportwagen gelijk mee te nemen. Had mijn kennis dat gedaan, dan had hij voldaan aan alle eisen voor eigendomsoverdracht en was die eigendomsoverdracht tot stand gekomen en was er geen vuiltje aan de lucht geweest.