Wij worden regelmatig gevraagd om advies te geven over beslaglegging. Onze klanten zijn daarbij zowel degenen die beslag willen leggen, als degenen waar beslag wordt gelegd (de beslagenen).
Waar vaak veel onduidelijkheid over bestaat, is de aansprakelijkheid bij bedrijven. Wanneer kan er beslag bij de aandeelhouder van een bv worden gelegd? Hoe zit het met de bestuurder van de bv? Hoe zit het met de eenmanszaak en de vof?
Om die onduidelijkheid weg te nemen, leggen we in dit blogbericht de aspecten van beslaglegging bij bedrijven uit. Tevens bekijken we wanneer de personen achter de onderneming aansprakelijk zijn.
Beslaglegging kan niet zomaar plaatsvinden. In de meeste gevallen is voor het leggen van beslag eerst een uitspraak van de rechter noodzakelijk: een zogenaamde executoriale titel. Die kan enkel worden verkregen door een procedure bij de rechter te voeren. Dat kan een kort geding zijn, of een normale procedure. Pas daarna kan beslag worden gelegd.
Uitzonderingen op die regel bestaan bijvoorbeeld wanneer de schuldeiser een hypotheekrecht of pandrecht heeft. Ook een uitzondering is het conservatoir beslag, dat een ‘bevriezing’ inhoudt (het saldo op de bankrekening kan bijvoorbeeld daardoor niet meer gebruikt worden) en waarvoor geen normale dagvaardingsprocedure wordt gevolgd, maar waarvoor een verzoekschrift wordt ingediend.
Bij de eenmanszaak en de vof kan beslaglegging plaatsvinden op het vermogen van de onderneming. Bedrijfsauto’s, inventaris, voorraden, banktegoeden: beslag is gewoon mogelijk.
De eenmanszaak en de vof hebben echter tevens géén rechtspersoonlijkheid. Dat houdt in, dat ze niet zelfstandig drager van rechten en plichten kunnen zijn. De drager van de rechten en plichten uit beide ondernemingsvormen zijn degenen achter de onderneming: de eigenaar bij de eenmanszaak, de vennoten bij de vof. Overigens geldt dat ook voor de andere ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid: de maatschap en de commanditaire vennootschap.
Doordat beiden géén rechtspersoonlijkheid hebben, zijn degenen achter de onderneming met hun eigen vermogen aansprakelijk. De schuldeiser die beslag wil leggen, kan dus beslag leggen op het vermogen van de onderneming, maar óók, indien er niet genoeg vermogen is, op het vermogen van de personen achter die onderneming.
Meestal zal er dus ook beslag kunnen worden gelegd op het vermogen van de bestuurders/privépersonen. Een uitzondering is de situatie waarin een bv vennoot is van een vof. In die situatie is weliswaar de bv aansprakelijk met zijn vermogen, maar niet degenen achter de bv (bestuurders/aandeelhouders). Deze situatie komt bij de meeste beslagleggingen echter niet voor.
Beslaglegging op het vermogen van de privépersoon betekent meestal ook nog iets anders. Is de privépersoon namelijk in gemeenschap van goederen gehuwd met zijn partner, dan staat ook zijn/haar vermogen ter beschikking van de schuldeisers die beslag willen leggen.
Een beslaglegging kan op die manier desastreus uitpakken: de ondernemer gaat niet alleen met zijn onderneming ‘kopje onder’, maar ook in privé samen met zijn partner. Uiteraard is het verstandig om al bij het aangaan van een huwelijk of het starten van een onderneming rekening te houden met deze situatie en juridisch advies in te winnen.
Bij de bv en bij andere rechtspersonen kan ook beslag worden gelegd. Beslaglegging vindt daar plaats op exact dezelfde manier als bij de eenmanszaak of vof. Het verschil zit bij de beslaglegging bij de ondernemer in privé.
Bij de bv kan het vermogen van bestuurders, oprichters of aandeelhouders niet worden aangesproken door een schuldeiser. Of zij zijn gehuwd in gemeenschap van goederen is dus ook niet van belang.
De bv is een rechtspersoon en is zelfstandig drager van rechten en plichten. Beslaglegging is dus enkel mogelijk bij de bv zélf. Is daar niets meer te halen, dan heeft de beslaglegger pech. Hij kan hooguit het faillissement aanvragen, maar dat levert in verreweg de meeste gevallen ook niets meer op.
Natuurlijk zijn er uitzonderingen op bovenstaande regel. Zo kunnen bestuurders van de bv op meerdere manieren worden aangesproken door schuldeisers en door de curator. Een overzicht daarvan kan worden gevonden in het blogartikel over de bestuurdersaansprakelijkheid.
Het komt erop neer dat het niet altijd zo hoeft te zijn dat een bv de ondernemer beschermt voor aansprakelijkheid. In dat geval geldt dan ook weer: is hij in gemeenschap van goederen getrouwd en is hij aansprakelijk, dan is ook beslaglegging op het (vroegere) vermogen van zijn vrouw mogelijk.
Het is aan te raden om voor vragen of advies over beslaglegging in privé bij bestuurders van een rechtspersoon contact op te nemen met een jurist. Het is een complex onderwerp, waarbij alle omstandigheden van het geval moeten worden bekeken.
Voor de aansprakelijkheid van aandeelhouders en oprichters: in beginsel kunnen aandeelhouders en oprichters slechts zeer beperkt aansprakelijk worden gehouden. Uiteraard is dat anders, indien de rollen van aandeelhouder/oprichter en bestuurder zich in één persoon verenigen.
Beslaglegging bij de eenmanszaak en vof is mogelijk op zowel het vermogen van de onderneming als op het vermogen van de ondernemer(s). Zijn zij in gemeenschap van goederen getrouwd, dan zijn ook hun echtgenoten of echtgenotes aansprakelijk voor een tekort.
Beslaglegging bij de bv (en bij andere rechtspersonen) is in beginsel enkel mogelijk op het vermogen van de bv. Heeft de bv geen vermogen meer, dan blijft de beslaglegger in beginsel met lege handen achter. Om dat te voorkomen kan hij proberen om de barrière van aansprakelijkheid te doorbreken en de ondernemer in privé aan te spreken. Kansloos is een dergelijke aanpak zeker niet, indien die met een goed doordachte strategie wordt uitgevoerd.