Hoeveel kwaliteitscontrole je als ondernemer ook doet: vroeg of laat krijg je een klacht van een klant dat een uitgeleverd product niet in orde is. Een dergelijke klacht kan terecht of onterecht zijn, maar in beide gevallen is het verstandig om actie te ondernemen.
In dit artikel leggen we uit hoe je beoordeelt of een klacht over een product juridisch gezien steek houdt. Tevens beschrijven we welke mogelijkheden je klant heeft – en hoe je daar als ondernemer mee om kunt gaan.
Als een klant klaagt over een product, moet je die klacht eerst op (juridische) waarde schatten. Natuurlijk bekijk je dan eerst de meest voor de hand liggende zaken:
Mochten er onvoldoende of overduidelijk kapotte producten zijn geleverd, dan is het logisch om te concluderen dat het product niet in orde is (met de verder in dit artikel genoemde juridische consequenties). Vaak is het echter niet zo duidelijk. Soms klaagt een klant terwijl je als ondernemer meent dat het product wél in orde is. Hoe beoordeel je dat?
Juridisch gezien moet een afgeleverd product aan de overeenkomst beantwoorden. Dat houdt volgens de wet in dat het product de eigenschappen moet hebben die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag in elk geval verwachten dat de producten de eigenschappen bezitten voor normaal gebruik van het product – en waarvan hij de aanwezigheid niet hoefde te betwijfelen.
In gewone taal: op het moment dat je iets verkoopt, is het logisch dat de koper daar bewust of onbewust verwachtingen bij heeft. Verkoop je een stoel, dan mag de koper verwachten dat een persoon met een gemiddeld gewicht op die stoel kan zitten. Tevens moet de stoel voldoen aan eventuele andere verwachtingen die de koper erover kan hebben (niet beschadigd, goed verfwerk, deugdelijk in elkaar geschroefd et cetera). Dat het (taal)technisch gezien natuurlijk ook een stoel is als je er niet op kunt zitten maakt niet uit: de stoel dient geschikt te zijn voor normaal gebruik (lees: zitten).
Informatie die tussen koper en verkoper is uitgewisseld of afspraken die koper en verkoper hebben gemaakt kunnen ook van belang zijn voor de vraag wanneer een product juridisch gezien in orde is:
Om het nog lastiger te maken: in het geval er sprake is van een B2C-transactie (je klant is een consument), moet er tevens worden gekeken naar mededelingen van een vorige bedrijfsmatige verkoper (dus degene die het product aan jou heeft verkocht, waarna jij het hebt doorverkocht aan de consument, vaak gaat het om de producent). Heeft die vorige verkoper bepaalde toezeggingen gedaan (‘de stoel is geschikt voor personen die meer dan 150 kilo wegen’), dan kan een klant zich in bepaalde gevallen ook daarop beroepen.
Bij sommige producten is het direct duidelijk dat het product niet in orde was. Denk bijvoorbeeld aan een stoel waar vingerafdrukken in de verf zijn achtergebleven. Het is duidelijk dat dat niet bij de klant is gebeurd, maar al tijdens de productie. In andere gevallen is dat minder duidelijk: denk aan de stoel waar een aantal deuken in zitten – en waarbij de klant pas na drie maanden klaagt dat er iets niet in orde is. Wie zegt dat de schade al aanwezig was bij levering – en niet bij de klant is ontstaan?
Heel in het kort komt het antwoord op het volgende neer:
De gevolgen van een het leveren van een product dat niet in orde is, zijn afhankelijk van wat er is afgesproken.
Je klant kan niet altijd vrijelijk kiezen tussen bovenstaande mogelijkheden. Die keuze wordt beperkt door de hoedanigheid van de transactie (B2B/B2C) en door wat er in de overeenkomst staat, maar ook door bijvoorbeeld het soort afwijking in het product en de omvang van die afwijking. Ten slotte is van belang dat de klant tijdig aan de bel trekt: doet hij dat te laat of is hij niet voortvarend genoeg, dan kan dat tot gevolg hebben dat zijn rechten vervallen.
Ondernemen is niet altijd je gelijk halen, maar op een effectieve en efficiënte manier omgaan met dergelijke klachten. Dat geldt zeker als je regelmatig klachten krijgt – of verwacht te krijgen. Voor elke onderneming zal een andere handelwijze gewenst zijn. Van belang bij het kiezen van een oplossing is het volgende:
Ten slotte is het aan te bevelen om een jurist in te schakelen als er grote belangen (financieel of anderszins) in het spel zijn. Op die manier kun je een dergelijke klacht op de meest optimale manier aanpakken en jouw eigen schade zo ver als mogelijk minimaliseren.
Wanneer een klant klaagt dat een product niet in orde is, is het verstandig om te onderzoeken of dat een terechte klacht is. In zijn algemeenheid geldt, dat een product geschikt moet zijn voor het overeengekomen gebruik (vaak: normaal gebruik). Is het product daar niet geschikt voor, dan staat de klant een aantal mogelijkheden ter beschikking.
Het verschilt van geval tot geval welke mogelijkheden een klant heeft. Om die reden is het raadzaam om een jurist in te schakelen om te bekijken wat de mogelijkheden zijn in een specifiek geval en hoe je daar als ondernemer verweer tegen kunt voeren.