Ik kwam enige tijd geleden een situatie tegen waarin iemand een koopovereenkomst had gesloten met zijn vrouw. Niet zo raar, want in principe kan dat gewoon. Wat wel apart was, was dat hij gehuwd was zonder huwelijkse voorwaarden, dus onder gemeenschap van goederen. Wat is mijn, is dijn.
Dat levert een heel aparte situatie op, want hoe is het mogelijk dat zowel verplichting als recht in dezelfde handen vallen? Deze blog gaat over hoe de wet hiermee omgaat.
Een koopovereenkomst kan worden ontrafeld voor wat de verplichtingen betreft. Er zijn in feite twee hoofdverplichtingen (verbintenissen):
In dit geval moest de man een goed aan zijn vrouw leveren, waarna de vrouw hem een koopprijs ervoor betaalde.
Vreemd, want zelfs na de levering, zou de vrouw net zoveel eigenaar van het goed zijn, als voor de levering. De levering lijkt niet te hebben plaatsgevonden. Hetzelfde geldt voor de verbintenis van de vrouw zelf, die de koopsom moet betalen, maar waarvan de man feitelijk en juridisch niets rijker wordt.
Aan de andere kant, heeft de levering eigenlijk al plaatsgevonden zonder dat er iets gebeurt. De vrouw heeft de man al in exact de situatie gebracht als die waarin hij zou verkeren als ze daadwerkelijk zou leveren en andersom.
Kortom: zowel man als vrouw hebben aan de ene kant al geleverd en kunnen aan de andere kant nooit écht hun verplichtingen nakomen.
De wet heeft daarom geregeld dat een verbintenis teniet gaat door ‘vermenging’ zodra zowel recht als plicht bij dezelfde persoon terecht komen. In de bovenstaande situatie is elke verbintenis afzonderlijk voor zowel man als vrouw een verplichting én een recht en dus kan ook daar geconcludeerd worden dat de verbintenis teniet is gegaan.
Overigens kan men zich afvragen of het wel mogelijk is om een overeenkomst met je vrouw te sluiten indien je in gemeenschap van goederen getrouwd bent. De wet spreekt bij een ‘overeenkomst’ namelijk over ‘twee of meer partijen’. Is er sprake van twee partijen indien het hetzelfde vermogen betreft?
Indien iemand een koopovereenkomst met zichzelf zou proberen te sluiten, is er in elk geval geen sprake van twee partijen. Het sluiten van een overeenkomst met jezelf kan daarom niet. Zelfs al zou dat kunnen, dan zou het ook direct het teniet gaan van beide verplichtingen (prijs betalen en goed leveren) opleveren.
De verplichtingen gaan trouwens ook teniet als iemand met zichzelf een overeenkomst zou proberen te sluiten door hem eerst met een ander te sluiten en daarna de verplichting over te nemen (cessie). Daardoor komen ook recht en plicht in één en dezelfde hand komen en gaan beiden teniet.
Er zijn natuurlijk wel wat uitzonderingen op dat beginsel, bijvoorbeeld in het geval iemand die voogd is, een overeenkomst zou aangaan in zijn hoedanigheid als privépersoon met zichzelf in zijn hoedanigheid als voogd.
In het kort kan dus worden gezegd, dat geen overeenkomst met jezelf kunt sluiten en dat als dat al kon, dat helemaal geen zin heeft. Ook een overeenkomst sluiten met je vrouw, waarmee je in gemeenschap van goederen bent getrouwd, is behalve feitelijk zinloos, ook juridisch zinloos.
Overigens vraag ik mij dan wel af, hoe de man dat praktisch gezien had willen vormgeven. Zou hij zijn vrouw het goed hebben gegeven, waarna zij het had aangepakt en weer had teruggezet? Had zij de koopsom via internetbankieren van de gezamenlijke rekening naar diezelfde gezamenlijke rekening overgemaakt? Zouden ze afspreken op een parkeerplaats met een koffertje met versgehaald geld, dat hij dan direct weer bij de bank zou gaan storten?