Het zoeken van een schat is iets dat kleine kinderen al doen. Niet zo raar, want het zoeken naar een schat is spannend en spreekt tot de verbeelding. Het spijtige is dat kinderen (bijna?) nooit daadwerkelijk een schat vinden.
De meeste kinderen groeien op en worden politieagent, dokter, bouwvakker of jurist en denken niet meer aan het zoeken naar schatten (sommigen worden overigens professioneel schatgraver), totdat er een wordt gevonden, bijvoorbeeld achter in de tuin, in een dubbele bodem van een la, of in een nis in de muur.
Degenen die jurist zijn geworden (zoals ik) vinden niet zozeer het vinden van de schat interessant, maar wel de vraag: ‘Van wie is die schat precies?’ Is hij van de vinder, van de grondeigenaar, van (erfgenamen van) de oorspronkelijke eigenaar? En hoe gaat dit alles precies in zijn werk?
De wetgever weet ook dat er schatten gevonden kunnen worden en heeft daarom een aparte regeling in het leven geroepen. Voordat we gaan kijken hoe dat precies zit, is het van belang om te bekijken wat precies een schat is.
De wet geeft drie voorwaarden waaraan voldaan moet worden voordat iets een schat is:
Voldoet een zaak aan alle drie de voorwaarden, dan is het een schat.
Nadat de schat is gevonden, is de vraag wie er precies eigenaar wordt van de schat. Dat zijn in beginsel twee personen:
Beiden worden voor de helft eigenaar. Zijn beiden dezelfde persoon, bijvoorbeeld indien iemand op eigen land een schat vindt, dan is er uiteraard slechts één eigenaar.
Zodra een schat is gevonden, moet de vinder daarvan ‘met bekwame spoed’ aangifte doen bij de gemeente. Dat is niet, zoals bij de vindersregeling, zodat de eigenaar zich nog kan melden, maar dat wordt gedaan zodat de gemeente kan controleren of het daadwerkelijk onmogelijk is om de eigenaar nog op te sporen.
In dat geval is het immers zo, dat de eigendom direct is overgegaan. Er is geen mogelijkheid meer voor de eigenaar om zich te melden en de schat terug te eisen.
Wordt er geen aangifte gedaan of is onduidelijk van wie de schat is, dan kan de gemeente de schat opvorderen totdat duidelijk is wie er recht op heeft.
Er zijn enkele uitzonderingen op de regeling van schatvinding, waarbij de vinder van de schat of de eigenaar van de zaak waarin de schat wordt gevonden niet de eigenaar wordt. Dit zijn:
Juridisch gezien is het vinden van schatten relatief simpel, is iets een schat, dan krijgt de vinder de helft en de eigenaar van hetgeen waar deze in is gevonden de helft. Feitelijk gezien is het vinden van schatten echter een stuk lastiger. Mocht het je toch overkomen, dan weet je nu in elk geval wat je moet doen.
Succes met zoeken!