Wat kost het een ondernemer om naar de rechter te gaan?
4 mei 2020
Als ondernemer zul je soms naar de rechter willen of moeten, bijvoorbeeld omdat je een factuur niet betaald krijgt of omdat een leverancier producten heeft geleverd die niet in orde zijn. Over het algemeen heb je zelf invloed op de vraag of een zaak voor de rechter komt of niet: óf je bent degene die de procedure start (de eiser) of je bent degene tegen wie de procedure wordt gestart (de gedaagde) en die niet vooraf heeft kunnen schikken (of een andere oplossing heeft bereikt).
Je hebt dus invloed op de vraag óf je naar de rechter gaat, dus dan is het ook goed om te weten wat de (financiële) gevolgen zijn van die keuze. In veel situaties is het namelijk financieel aantrekkelijker om niet naar de rechter te gaan. In dit artikel beschrijven we hoe dat zit voor een civiele rechtszaak.
Kosten van een rechtszaak
De kosten van een rechtszaak vallen uiteen in een aantal verschillende categorieën:
- Kosten van een advocaat of jurist die je bijstaat
- Je hebt niet altijd een advocaat of jurist nodig: bij de kantonrechter mag je bijvoorbeeld zelf procederen. Bij de rechtbank of in hoger beroep in beginsel niet.
- Deze kosten zijn afhankelijk van wat je afspreekt met je advocaat of jurist. Voor een simpele zaak zul je vaak al snel op € 1.500,- exclusief btw zitten, voor complexere en omvangrijkere zaken is €5.000,- tot € 10.000,- geen uitzondering en voor nog complexere en omvangrijkere zaken kan het oplopen tot tienduizenden euro’s (of nog meer).
- Let op: de meeste advocaten en juristen hanteren vaak ook nog kantoorkosten (vaak een toeslag van 6%).
- Griffierechten (rechtbankkosten)
- Je bent deze kosten niet altijd verschuldigd: als je gedaagde bent bij de kantonrechter hoef je geen griffierechten te betalen.
- Deze kosten zijn afhankelijk van enkele variabelen:
- Wat is je rechtsvorm? Heb je een eenmanszaak of een andere rechtsvorm? Bij andere rechtsvormen (zoals een bv of vof), is procederen duurder.
- Waar vindt de procedure plaats? Hoe hoger de rechter, hoe duurder.
- Om hoeveel geld gaat de procedure? Hoe groter het belang, hoe duurder.
- Enkele voorbeelden ter indicatie:
- Kantonrechter, belang meer dan € 500,- en niet meer dan € 12.500,- –
- Eenmanszaak: € 236,-.
- Bv/vof: € 499,-
- Rechtbank, belang tot € 100.000,-
- Eenmanszaak: € 937,-
- Bv/vof: € 2.042,-
- Griffierechten zijn niet belast met btw.
- Deurwaarderskosten
- Veel zaken betreffen dagvaardingszaken: daarvoor moet een deurwaarder worden ingeschakeld. De deurwaarder moet de dagvaarding bij de gedaagde op kantoor/thuis uitreiken en moet daarvoor dus op pad. Voor verzoekschriften hoeft dit in beginsel niet (maar er zijn uitzonderingen!).
- Je hoeft deze kosten niet te maken als gedaagde.
- Het gaat onafhankelijk van belang/instantie/rechtsvorm om een bedrag van € 83,38 exclusief btw.
De totale kosten (exclusief proceskostenveroordelingen) voor een gang naar de rechter kunnen flink variëren zoals hierboven te zien is. Aan de ene kant zijn er procedures denkbaar waarin de kosten € 2.000,- zijn. Aan de andere kant zijn er procedures denkbaar waarin de kosten tienduizenden euro’s zijn (of nog meer). Uiteraard lopen die kosten extra hoog op als een hoger beroep wordt ingesteld.
Krijg ik al die kosten terug bij winst?
Vaak wordt gedacht dat ‘de verliezer de kosten betaalt’. Als je ervan uitgaat dat je in het gelijk gesteld wordt (‘je wint’), zou je dan zonder al te veel risico naar de rechter kunnen gaan. Die redenering klopt echter niet:
- In verreweg de meeste gevallen wordt bij winst een forfaitaire vergoeding toegewezen. Die vergoeding is dus niet afhankelijk van wat jij zelf hebt betaald aan je jurist, maar is een vast bedrag. Over het algemeen is dat bedrag een stuk lager dan wat je aan je jurist dient te betalen.
- Dit bedrag is afhankelijk van:
- Waar vindt de procedure plaats? Hoe hoger de rechter, hoe hoger het bedrag.
- Om hoeveel geld gaat de procedure? Hoe hoger het belang, hoe hoger het bedrag.
- Hoe is de procedure verlopen? Hoe langer de procedure duurt (in proceshandelingen), hoe hoger het bedrag.
- Voorbeelden ter indicatie:
- € 600,- voor een doorsnee procedure bij de kantonrechter met een belang van € 10.000,- tot € 20.000,-.
- € 2.148,- voor een doorsnee procedure bij de civiele rechter met een belang van € 40.000,- tot € 100.000,-
- Voor de griffierechten (rechtbankkosten) en deurwaarderskosten geldt dat deze bedrag in beginsel volledig worden toegewezen.
- Heb je bijvoorbeeld € 937,- griffierechten en € 83,38 (exclusief btw) deurwaarderskosten betaald, dan worden deze in zijn geheel toegewezen.
- Het betreft in alle gevallen vergoedingen die de verliezer moet betalen. Als de verliezer niet kan betalen, kan het bedrag wellicht niet geïnd worden. Van een kale kip kun je immers niet plukken. Je blijft dan met de volledige eigen kosten zitten.
Kortom: het is waarschijnlijk dat je zelfs bij winst na de gang naar de rechter nog steeds met honderden tot duizenden euro’s aan eigen kosten blijft zitten. Als je de procedure verliest, moet jij de kosten aan de wederpartij betalen. In dat geval blijf je met veel meer kosten zitten.
Procesrisico’s
Hierboven is al te zien dat een gang naar de rechter zelfs bij winst voor een ondernemer duur kan uitpakken. Van belang is tevens dat er een onzekerheid in elke procedure zit: de winstkans is nooit 100%. Een (goede) jurist zal je dat dan ook nooit garanderen. Hooguit kan worden aangegeven dat je kansen in een bepaalde zaak goed zijn – maar ook dan is er een kans dat je in het ongelijk gesteld wordt.
Die kans -of hij nu klein is of groot is- zou je moeten meenemen in de besluitvorming vooraf, al is hij vaak moeilijk in een percentage uit te drukken. Zou je dat wel doen: een kans op winst van 60% betekent dat je ‘verwachte opbrengst’ van de procedure eigenlijk maar 60% van het totaalbedrag bij winst is (als je dezelfde procedure een groot aantal keren zou kunnen overdoen). Hoewel die berekening niet altijd leidend zal zijn voor je keuze, is het wel belangrijk om dat in je beslissingsproces mee te nemen.
Overige afwegingen om toch (niet) naar de rechter te stappen
Behalve de harde financiële afwegingen, kunnen er nog meer redenen zijn om wel of niet naar de rechter te stappen. Denk daarbij aan:
- Tijdsinvestering. Naar de rechter gaan en alles dat daarbij komt kijken kost veel tijd. Dat is tijd die je waarschijnlijk beter anders kunt besteden.
- Emotionele impact. Je zult niet de eerste ondernemer zijn die de impact van een gang naar de rechter onderschat. Het levert namelijk niet zelden stress en negatieve energie op. Ook die energie kun je waarschijnlijk beter in je onderneming stoppen.
- Toekomstige relatie met de wederpartij. Als je nog vaker zaken denkt te gaan doen met de wederpartij, is het vaak interessant om een goede relatie te behouden. Denk aan de situatie waarin een goede klant het even wat lastiger heeft. Door naar de rechter te stappen wordt een goede band (en toekomstige winst) vaak verspeeld.
Natuurlijk zijn er ook redenen om -ondanks een onvoldoende financieel belang- toch naar de rechter te stappen. Dat kan het geval zijn als je bijvoorbeeld wilt laten zien dat klanten er bij jou niet mee wegkomen om niet te betalen. Toch zal dat niet vaak voorkomen. Weeg daarom je opties goed en op een zakelijke manier tegen elkaar af.
Alternatieven
Voor een ondernemer is de keuze om naar de rechter te stappen natuurlijk ook afhankelijk van de alternatieven die er zijn – en de uitkomsten die dat kan opleveren. Een aantal andere mogelijke oplossingen zijn:
- Je lost het zelf op, al dan niet met behulp van een jurist die goed kan onderhandelen en kijk heeft op de juridische kans van slagen in een procedure.
- Het meest ideaal is als er een win-win-situatie bereikt kan worden. Dat kan bijvoorbeeld als partijen in een later stadium alsnog met elkaar kunnen samenwerken. Dit is een vorm van ‘integratief onderhandelen’.
- Denk aan de ondernemer die een geschil had met een andere ondernemer over een lading sinaasappels. Beiden meenden de eigendom van de sinaasappels te hebben en ze kwamen er niet uit. Nadat een van beiden een jurist inschakelde die ging bekijken wat de mogelijkheden waren, bleek de een geïnteresseerd in het vruchtvlees omdat hij sinaasappelsap wilde produceren – en de ander in de schil omdat hij taarten wilde bakken. Zo kan soms (zeker niet altijd) een oplossing gevonden worden.
- Kan geen win-win-situatie gevonden worden, dan gaat het om ‘water bij de wijn’ te doen, ook wel ‘distributief onderhandelen’ genoemd. Dat houdt in dat bijvoorbeeld een factuur maar deels betaald wordt of een gedeeltelijke vergoeding wordt betaald voor producten die al dan niet in orde waren.
- Lukt ook dat niet, dan kan het onder omstandigheden verstandig zijn om het erbij te laten zitten en bijvoorbeeld een vordering af te schrijven. Immers: als een gang naar de rechter duurder is dan wat je verwacht ermee op te schieten, waarom zou je dat dan doen?
- Mediation: bij mediation probeer je -op vrijwillige basis- samen tot een oplossing te komen onder toeziend oog van een mediator. Deze mediator is er niet om de knoop door te hakken (al kan hij helpen), maar is er om het proces te begeleiden en partijen tot een oplossing te brengen.
- Arbitrage (en bindend advies): ook hier is er sprake van een onafhankelijke derde die het geschil beslecht. Zeker arbitrage is over het algemeen aanzienlijk duurder dan een reguliere procedure (maar vaak zijn de arbiters op een bepaald gebied zeer deskundig). De vraag is of je daar daadwerkelijk bij gebaat bent.
Conclusie
Procederen kan zeer zinvol zijn om knopen te laten doorhakken door iemand die onpartijdig en onafhankelijk is. Toch is het in veel gevallen niet de beste keuze om als ondernemer naar de rechter te gaan. Vaak heeft dat te maken met de hoge kosten die daaraan verbonden zijn.
Ook het zoeken van een efficiëntere en goedkopere oplossing buiten de rechtszaal is vaak een optie. Het kan interessant zijn om daarvoor een jurist te raadplegen: een goede jurist heeft behalve kennis van het recht en mogelijkheden om de kansen bij de rechter in te schatten, ook goede onderhandelingsvaardigheden.
Gerelateerd
Auteur
mr. B.G.N. (Bart) Gubbels